tekstkr10

 

DWARS DOOR INDIE

met het eskadron pantserwagens

 

GEVECHT MET EEN BENDELEIDER

Hier was het ook dat we onze eerste gewonde kregen. De infanterie was op een zuiiveringsactie in de kampongs. De bevolking vertelde dat zich in een bepaald huis een leider van een der benden bevond, die hier de mensen terroriseerde. Onderweg erheen kwamen ze hem tegen. Hij wist natuurlijk van niets en wilde niets loslaten. Dan maar naar zijn huis om dit te doorzoeken. Het Mesjoemihoofd (een opstandige beweging) voorop en twee gewapende soldaten er achter. Plotseling draaide hij zich om en gaf de één een schop in de lendenen. Door de val sleepte hij de andere mee. De arrestant zag op deze manier kans om een geweer te grijpen en verwondde een soldaat in zijn heup. Daarna zette hij het op een lopen. De soldaat die gevallen was gaf hem een schot na en zette de vervolging in. Door het schieten werden de andere soldaten gealarmeerd en gezamenlijk ging het op zoek naar deze rebel. Ook hij was gewond, zijn spoor was heel gemakkelijk te volgen door het bloed. Het hield bij een huisje op waaruit ook reeds geschoten werd. Hier zat hij dus. Op diverse bevelen om er uit te komen gaf hij antwoord met een schot. Om nog meer gewonden te voorkomen werd het rieten huisje even behoorlijk onder vuur genomen en stil was het. Hij had zijn leven door zijn onverwachte vlucht niet kunnen redden. In het huis werd een aantal wapens en een hoeveelheid munitie gevonden met een lijstje van Chinezen die uitgeroeid moesten worden. Zover was het gelukkig niet meer gekomen. Ook dit avontuur behoorde weer tot het verleden. In dit plaatsje hebben we verder geen last gehad.

 

Dag D+13 zondag 3 augustus 1947

3e en laatste rustdag. Elk uur keerden er nog meer vluchtelingen terug en de derde dag was bijna iedereeen terug. Op de passar (markt) werd het weer drukker en de handel begon weer.

 

NAAR BANJOEMAS

Dag D+14 maandag 4 augustus

De derde dag zijn wij weer vertrokken naar Banjoemas dat onze standplaats zou worden. Maar voordat we hier kwamen te liggen was het nog eerst op actie.Dit gebeurde op 4 augustus 1947 om 14:00 uur. Op weg naar Djokja. We wisten toen echter al, dat om 24:00 uur de opmars gestaakt moest worden, waar we ons ook bevonden. (Een wapenstilstand was overeengekomen). Zo vlug mogelijk dus vooruit om nog zoveel mogelijk terrein te winnen. We zijn echter lang niet ver genoeg gekomen. De bulldozer was des morgens al vertrokken om de strijd tegen de dikke bomen aan te binden. In het begin ging het dan ook snel. Maar voorbij Soempioeh begon de ellende weer. De vijand had geen rust genomen en nog grotere en dikkere bomen gekapt. Er waren er bij met een meter doorsnede. Van opschieten dus geen sprake. S. was geheel verbrand. Nergens een huis meer te bespeuren. Het vee, zoals kippen, varkens, karbouwen en geiten, zocht naar voedsel. Niets te vinden. Hier en daar lag nog een verkoold lijk. Ook hier dus hadden ze geen pardon gegeven. Een droevig gezicht dit alles. Een brug was niet meer te bespeuren. De kali bracht weer uitkomst. Kilometer na kilometer werd met een slakkengangetje afgelegd. Nee, voor ons was geen lof meer te behalen. Haastige spoed was dit keer heel goed geweest.

De avond begon te vallen. De zon ging bloedrood onder achter de bergen, die hierdoor nog romantischer leken. Een prachtig land! Was het maar overal rustig, dachten we! Vijf kilometer voor Gombong weer een brug. Dit keer vakkundig opgeblazen. Voor de kapotte brug nog een diepe valkuil over de gehele breedte van de weg. Ze hadden ons dus verwacht en alles gedaan wat in hun vermogen lag om onze snelle opmars tegen te houden. Het was hun gelukt. Hadden we maar geen rust gehad, wie weet hadden we dan al parade gereden in de straten van Djokja. Nu was het een onbereikbaar iets voor ons geworden. De tijd stond niet stil. Ook deze hindernis werd omzeild door een weg door de kali te banen. Voorwaarts ging het. De versperringen werden minder talrijk.

 

MAAR TE LAAT KWAMEN WE

 

 

Gombong brandt

Plotseling zagen we een geweldige vuurgloed de lucht verlichten. Wat zou dat wezen? Haastig gingen we voorwaarts. Dan tegen 23:35 uur bereikten we Gombong. Het stond in lichterlaaie. Sommige huizen waren nog aan het smeulen. Het vuur kon geen voedsel vinden. Karren, bamboestokken en dergelijke dingen meer waren al brandende tegen de deuren geplaatst om zo de huizen een prooi der vlammen te doen worden. Bij vele was het al gelukt. De hitte kwam ons tegemoet. Geen sterveling te zien. Uitgestorven. Geen schot werd gehoord. En toch konden ze niet ver wezen. De gehele plaats werd doorkruist.

En dan kwam er ineens een Chinees uit zijn schuilhoek tevoorschijn. Nog geen half uur geleden waren ze vertrokken met medevoering van ongeveer 600 Chinezen. Wat te doen? Hoe gaarne waren we ze achterna gestormd, doch geen kans. De wijzers van de klok hadden de twaalf bereikt en de actie behoorde dus tot het verleden. En hoe we de ritmeester ook smeekten om de mensen van een zekere dood te mogen redden, het hielp niets. We mochten niet verder, de order was heel duidelijk gesteld. ‘Stoppen waar u zich ook bevindt’. En al zeiden we ook dat dit een heel bijzonder geval was, hij was onverbiddelijk. Daar stonden we nu met een prachtige vangst voor ons uit. Nee, te spreken waren we lang niet, vooral omdat we al zovele onschuldigen hadden zien of horen vermoorden. We moesten ons er echter bij neerleggen en al tegenpruttelende hebben we dat ten laatste dan ook gedaan.

 

Dag D+15 dinsdag 5 augustus 1947

Na een uur konden we naar Banjoemas terug keren. Hier kwamen we tegen 5 uur aan. De meesten sliepen in de wagens, het gevaar was geweken. Tenten werden voor de zoveelste keer gespannen en nu voor wie weet hoelang. Heel wat kilometers hadden we afgelegd. West- en Midden-Java, van west naar oost en van noord naar zuid doorkruist. Onze brigade had dan ook wel de grootste afstand met de grootste snelheid afgelegd. We konden tevreden zijn over onze opmars. En toch zat er ons iets dwars. We hadden gehoopt in de hoofdstad van de Republiek te beleanden, maar helaas: niets ervan. De nu volgende dagen werden in rust en met patrouille rijden doorgebracht, doch hierover een andere keer.

 

(Einde 1e politionele actie)