tekstkr2

 

DWARS DOOR INDIE

met het eskadron pantserwagens

 

Operatie Product. Eerste Politionele actie

Dan ineens werden we geconsigneerd. De spanning was ten top gestegen. Slechts een wonder kon de actie nog af doen wenden. En dan, zondagavond, hield dr. Van Mook zijn radiorede; generaal Spoor gaf een dagorder uit en de reeds lang verwachtte actie ging beginnen.

Voordat ik onze wederwaardigheden ga vertellen nog eerst even iets over ons eskadron. We komen van geheel Nederland. Noord, Zuid, Oost en West zijn broederlijk verenigd. Onze Commandant heeft aan de zijde van de Geallieerden gestreden en heeft veel tropenervaring. Onze wagens bestaan uit drie soorten. Ten eerste: De Scoutcar. Dit is een verkenningswagen en kan even vlug achter- als vooruit. De bemanning bestaat uit twee man, een chauffeur en een schutter, tevens wagencommandant. Ten tweede: De Humber, gevechtswagen. Drie man bemanning; commandant, schutter en chauffeur. Ten derde: De gepantserde 15 cwt, bestemd voor het vervoeren van de bij ons ingedeelde infanterie.

 

scout humber 15cwt

 

Eindelijk dan na lang wachten was de dag aangebroken waarop we de demarcatielijn gingen overschrijden. Niet dat we graag oorlogje wilden spelen, integendeel, iedereen hoopte nog steeds op een vreedzame oplossing. Doch aan de andere kant viel het voor ons ook niet mee om elke dag te moeten horen dat op deze of gene plaats weer jongens het leven hadden moeten laten door het optreden van een gewapende bende of door het vuur van een sluipschutter. Het bloed begon dan bij de jongens te koken, vooral als er een vriend of stadgenoot bij was. En vaak vroegen ze zich dan af, mogen wij daar helemaal niets tegen doen, morgen kan het onze beurt zijn.

 

D (D-day) maandag 21 juli 1947

Na eindeloos geduld en veel heen en weer gepraat werd het bevel tot de opmars gegeven. De troepen gingen op stap. Doch niet voordat de artillerie eerst even een opschoning onder de vele versperringen had gehouden. De eerste dag van de actie waren wij echter tot toekijken gedoemd, omdat alle wegen over de demarcatielijn versperd en vol mijnen en vooral vliegtuigbommen lagen. Deze laatste hebben we bijna onder alle bruggen aangetroffen.

 

D+1 dinsdag 22 juli 1947

Op D+1 zette onze pantsercolonne zich dan in beweging. Onze pantserwagens niet te verwarren met de tanks, daar bij ons alles op snelheid en verrassing is gebaseerd en minder op vechten. Een enkele schutter kon rustig zijn haat tegen de blandas (blanke, Hollander) op ons bot vieren, we stopten toch niet voor een enkeling. Het eerste gedeelte hebben we nog achter de brigade moeten rijden. De bulldozers waren nog niet gereed met het opruimen van de vele versperringen. Vuur ontvingen we deze eerste dag dan ook niet.

 

EEN HINDERNIS

Tegen 5 uur bereikten we de brug bij Tandjoensari. Echter te laat. De vijand had de brug reeds opgeblazen. Hier stonden we dan midden in de bergen. Konden al heel weinig uitrichten tegen de steile wanden. Bovendien begon de zon onder te gaan. Loodrecht rijzen hier de bergwanden ten hemel en peilloos diep stort het ravijn zich omlaag, achter het kleine stenen muurtje, dat als een bescherming langs de weg gelegd is. Een ideaal oord voor een vertragende actie, welke uitgevoerd had kunnen worden door iedere kleine vastberaden eenheid; met enkele mitrailleurs en mortieren had de TRI zich hier op onbereikbare hellingen aan de overkant kunnen nestelen en groot oponthoud en enorme schade had zulk een troepje kunnen aanrichten onder de eindeloos lange colonne van honderden auto’s op de smalle bergweg.

Alles wat we echter hoorden waren twee mortierschoten, die op de bergwand boven ons terecht kwamen. Ook waren hier enkele landmijnen tot ontploffing gebracht, die echter niet meer dan de helft van het wegdek vernielden. Dadelijk ging dan ook de genie aan het werk om de brug te herstellen en op 2 plaatsen noodbruggen te slaan. De bulldozer zorgde er intussen voor dat de kuilen dichtgemaakt werden. Met man en macht is hier gezwoegd en toen, na ongeveer zes uur oponthoud, was alles gereed en konden wij onze slag slaan. We reden de colonne voorbij en gingen als eersten over de brug. Voor ons lag het land dat sinds jaren niet meer door een Hollander was betreden. De weg was vrij. Geen versperring meer op de weg. De vijand had geen tijd meer om de voorgenomen vernieling voort te zetten. Onze wagens zetten zich in beweging.

 

IN VERSNELD TEMPO

D+2 woensdag 23 juli 1947

Het tempo werd opgevoerd. En al hadden we niet geslapen en sinds gisteren heel weinig gegeten, met een vaartje van 50-70 km snelden we voorwaarts. Op weg naar Soemedang. Geen schot verstoorde de door maanlicht beschenen nacht.

Soemedang werd in de morgen genomen. Het plaatsje was geheel verlaten. Toen we er doorheen reden bleek er niets vernield te zijn. Tijd om de zaak te bekijken kregen we echter niet. Voorwaarts ging het al weer. We moesten de grote verkeersbrug voor vernieling bewaren, zodat de brigade ongestoord zijn weg kon vervolgen. De weg slingerde zich nu door de bergen wat ons natuurlijk snelheid kostte. En juist daarop was deze opmars geheel gebaseerd. Doch geen nood, de vijand vluchtte al zodra hij onze eerste wagen zag. Een enkele dapperling probeerde ons de weg te versperren door met een mitrailleur of geweer te schieten. Een korte vuurstoot deed dan de man al zijn moed verliezen en hij koos het hazenpad, tenminste als hij niet geraakt was.

Zo ging het voorwaarts. Tjimalaka (Cimalaka) bezet, Legok veroverd. Doch we waren er nog lang niet. Op enkele plaatsen duidden palmtakken de plaatsen van gaten aan, bestemd voor landmijnen. Mijnen die nooit gelegd zijn geworden. We snelden door, langs verlaten sawah’s , door djatibossen die duidelijk de sporen van roof en plundering droegen, naar de grote brug bij Tomo. De brug over de Tjimanoek (Cimanuk) bleek voor vernieling gereed. Het lont brandde reeds. Een dappere pionier wist door snel handelen de brug voor ondergang te behoeden. Hier bleef een peloton voor bewaking achter. We gingen door naar de even grote brug bij Kadipaten. In de plaats Tomo probeerden een paar sluipschutters het ons lastig te maken. We reden rustig door. Je hoorde nauwelijks de kogels tegen het staal ketsen. Toen we de brug veilig in ons bezit hadden was het achtergelaten peloton al weer aangesloten en verder moesten we weer.

 

NAAR HET EINDDOEL

Op jacht naar groot wild. In Kadipaten bevindt zich een grote suikerfabriek. De grote goedangs (pakhuizen) lagen vol suiker. Veilig honderden tonnen in onze handen. En toen naar het einddoel van deze eerste opmars, nl Cheribon. Het berglandschap lag nu achter ons. Uitgestrekte vlakten en grote kampongs voor ons. De snelheid kon nu weer opgevoerd worden. Vele kleine plaatsen werden in ijltempo gepasseerd. We zagen ze nauwelijks. Cheribon met zijn grote haven en enorme goedangs, daar moesten we heen. Om deze plaats van ondergang te behoeden was ons einddoel. Langs de weg zag je hier en daar ’n schuchtere Chinees ons nawuiven. Inlanders zag je heel vaak verscholen achter een boom, met een duim in de hoogte. Van wie hadden ze dat geleerd?

In Djatiwangi sloegen we links af om zodoende langs een omweg de stad binnen te komen. Uit alles bleek hier op deze weg, dat ze ons hier niet langs verwachtten. Grote bruggen waren gewoon onbewaakt achter gelaten. Zo bereikten we de buitenwijken van deze grote havenplaats. Op een der bruggen daar stond een TNI post. Toen hij ons zag aankomen, ging hij midden op de weg staan, stak brutaalweg de hand in de hoogte, ten teken dat we moesten stoppen. Dacht natuurlijk dat het eigen troepen waren. Je moet maar lef hebben. Een schot was reeds voldoende om de arme man al zijn moed te doen verliezen. Bij het passeren van de brug konden we hem nergens meer ontdekken. De achter gelaten eigendommen herinnerden ons er aan dat hier een minuut geleden nog een TNI post stond.

Zo stoomden we de stad binnen. Onze opdracht was: Bezetting van de gasfabriek, Electrische Centrale en de politiekazerne. Langs kampongweggetjes bereikten we ons einddoel. Veel weerstand werd niet ondervonden. Het waren steeds enkelingen die het ons probeerden lastig te maken. Zonder resultaat echter. Zelfs bewapend met alleen een speer traden ze ons tegemoet. Arme hij die zich zo had laten opzwepen door de republiek. De bezetting van de ons opgegeven doelen geschiedde zonder tegenstand. De agenten lagen met hun vrouwen en kinderen achter het dijkje, voor de kazerne. Onze eerste krijgsgevangenen waren gemaakt.